NS en ProRail brengen natuur op stations in kaart

NS heeft een EcoCheck ontwikkeld die de waarde van de aanwezige natuur in stationsgebieden meetbaar maakt. In april 2024 is de nulmeting gestart, de resultaten hiervan helpen om richting te geven aan verbetering en een gerichte aanpak. NS en ProRail willen op deze manier positief en effectief bijdragen aan biodiversiteit, klimaatadaptatie en reizigersbeleving. 

Waarde van groen

De verwachting is dat reizigers en omwonenden een station omringt door stedelijk groen waarderen en dat het een positief effect heeft op gezondheid en welzijn. Daarbij draagt groen niet alleen bij aan meer biodiversiteit en een prettige stationsomgeving, maar helpt het ook bij klimaatadaptatie. Bijvoorbeeld door het versterken van de bodem of het opvangen van regenwater in periodes van droogte of hevige regenval.

Inventarisatie van biodiversiteit

De EcoCheck is een meetmethode die de waarde van de natuur op en rond de stations in kaart brengt. In april is de inventarisatie op alle stations gestart, de resultaten hiervan zijn nu allemaal verzameld. Nu worden conclusies getrokken en plannen gemaakt. Om de zoveel jaar wordt de meting herhaalt. Met de EcoCheck wordt het gemakkelijker om inzichtelijk te maken wat de huidige situatie is en te beoordelen en wat er moet worden verbeterd om een gewenst biodiversiteitsbeeld te bereiken.

Eerste resultaten

Hoewel nog niet alle resultaten geanalyseerd zijn, kan ecoloog Daimy Jansen al wel de eerste grote lijnen schetsen: “De scores variëren van een 0 tot 7,8 (schaal van 10). Verspreid over het land zien we dat stations zonder groen, zoals verwacht, lagere scores behalen. Opmerkelijk is echter dat in de Randstad, waar de drukte in de stedelijke omgeving veel groter is, sommige stations bovengemiddeld scoren. Het gemiddelde in de Randstad is zelfs hoger dan in het zuiden. Een groene omgeving betekent dus niet automatisch dat het station zelf een hoge biodiversiteitswaarde heeft. Uiteindelijk zien we de hoogste gemiddelde score in Friesland, Overijsel en Gelderland. Op deze stations is vaak meer ruimte en nog veel groen aanwezig. Voorbeelden hiervan zijn stations als Oosterbeek, Deventer, Stavoren, Veenendaal-De Klomp, Mantgum en Olst.”

Verbetering van natuur

Sinds 2021 werken NS en ProRail samen met gemeenten aan de verbetering van natuur op en rond stations. Het doel is om jaarlijks 2500 tot 5000 m2 grond op en rond de stations biodiverser en groener maken. Dat doen NS en ProRail bijvoorbeeld door verschillende inheemse bloemenmengsels, natuurdaken en bloeiende beplanting in bakken en borders op de perrons en in de omgeving van stations te planten. Dit trekt insecten en vogels aan en stimuleert de biodiversiteit. De gegevens uit de EcoCheck vormen hiervoor straks de basis. De EcoCheck geeft richting bij het onderhoud van ons groen en aan maatregelen die NS en ProRail willen nemen ter verbetering van de biodiversiteit.

Speciaal voor het stationsgebied

De EcoCheck richt zich specifiek op alle aanwezige groenelementen in de stationsomgeving. Hierbij wordt uitsluitend gekeken naar de producenten, zoals planten, bomen, struiken, grassen en bloemen. “Onze benadering is om eerst de basis van het systeem, de planten, op orde te hebben,” aldus Daimy. “Dit zal uiteindelijk een positieve impact hebben op de fauna. Daarnaast speelt de omgeving en de afmeting van de percelen een belangrijke rol. Een station is primair bedoeld om reizigers te vervoeren, wat het een unieke omgeving maakt die om een specifieke beoordeling vraagt. Om een meetbare waarde aan biodiversiteit in stationsgebieden toe te kennen, heeft NS daarom de EcoCheck ontwikkeld, waarbij advies is ingewonnen van De Vlinderstichting.”
Bron: NS